De introductie is op 4 manieren beschikbaar: Word bestand, PDF, ingesproken audio en op de introductiepagina helemaal onderaan ook als website tekst.
Deze introductie bevat visuele en praktische informatie.
De veengebieden van Friesland in 1920. Eén van de armste en meest genegeerde streken van Nederland. Toch gebeurt hier iets bijzonders. Schoenmakers en broers Evert en Thijs Rinsema raken in de ban van het dadaïsme. Het is een tijd waarin warm eten geen vanzelfsprekendheid is, vrouwen moeten knokken om gehoord te worden en oorlogsdreiging een schaduw werpt over het dagelijks bestaan. Hierdoor krijgt één van de meest radicale kunstvormen van Europa juist daar voet aan de grond.
De dorpsgenoten worden gegrepen door deze revolutionaire spirit. Internationale kunstenaars als Theo van Doesburg en Kurt Schwitters reizen naar Friesland en even is het dorp het wereldcentrum van de abstracte kunst. Toch zijn Thijs en Evert in de loop van de tijd in de vergetelheid geraakt. Deed hun werk er niet toe, of is er iets anders aan de hand?
Jeanne, gespeeld door Renée Soutendijk, heeft kort blond haar. Ze draagt een lichtblauwe hoofdband, een blauwe blouse met grote kraag, een kleurrijk gebreid vest met rode, gele, zwarte en blauwe patronen en een grijze wollen jas. De manchetten die onder de jas uitsteken zijn opvallend: witte stof met blauwe stippen en felgekleurde vlakjes. Ze draagt een wijde donkerblauwe broek.
Thijs heeft donker, krullend haar, een sikje en een donkere snor. Hij draagt een donkerblauw trainingsjack met een witte streep over de mouw met daaroverheen een grijs gilet. Zijn broek is donkergrijs, ruimvallend en voorzien van klepzakken aan de zijkant.
Evert heeft kort blond haar dat wat warrig omhoog staat en een lichte snor. Hij draagt een blauw trainingsjack met een rode streep op de mouwen, met daaroverheen een grijs wollen gilet. Zijn broek is van dezelfde stof als het gilet: ruimvallend en klassiek.
Nynke heeft lang zwart haar. Ze draagt een vaalwitte mouwloze jurk met rafels, gaten, ruwe naden en een donkere smoezelige onderrand. Onder de jurk draagt ze een zwarte trui met witte strepen en met lange mouwen. Verder een zwarte legging en oude schoenen.
Klaasje heeft haar zwarte kroeshaar in een grote knot boven op haar hoofd gebonden. Ze draagt een felrode trui met twee witte streepjes op de bovenarmen en daarover een losse jurk van rode stof die nonchalant om haar lichaam valt. Ze heeft een zwarte legging aan en stevige, bruine veterschoenen.
Theo heeft een flinke bos blond haar en een kort baardje en snor. Hij draagt een donkerpaarse ribfluwelen broek met bijpassend jasje, een groen gilet en een lichtblauw overhemd.
Kurt wordt gespeeld door de vrouw die ook Nynke speelt. Ze praat dan met een Duits accent en ze draagt dan een opvallende, felgekleurde outfit. Ze heeft een mouwloze trui aan met een rood, wit en blauw zigzagpatroon in een V-vorm, over een zwart-wit gestreept T-shirt. Haar broek is mosterdgeel met een rode streep langs de zijkant en wijde pijpen. Ze draagt zwarte veterlaarzen en een kleurrijke sjaaltje om haar hals. Over dit alles heen draagt ze een oversized colbertjasje.
Marcel wordt gespeeld door de muzikant, die ook Theo van Doesburg speelt. Hij spreekt dan met een Frans accent en doet alsof hij een sigaret rookt.
Elsa wordt gespeeld door de actrice die Klaasje speelt. Over haar rode jurk heeft ze dan een beige gilet, gemaakt van dames-handschoenen. Op haar hoofd een grijs mannenhoedje.
Het ensemble bestaat uit een groep van zes meiden. Ze dragen een voetbaltenue. Een half blauw, half zwart shirt met lange mouwen en een zwarte broek. Verder blauwe, gele of rode voetbalkousen.
Verder spelen ze voor soldaten, dansen ze op de achtergrond, rennen rond met vlaggen of dragen enorme maskers in de Dada-dans. Deze maskers zijn bizarre collages van ogen, neuzen en monden die gezichten voorstellen, maar er zit ook een theepot met de kop van een kip als deksel bij.
De tribune staat op ongeveer 40 meter afstand van een groot meer. Aan de overkant van het water is een wijds grasland en een rij bomen aan de horizon.
Het speelvlak, tussen de tribune en het water in, is ongeveer 40 meter diep en 60 meter breed. Op de grond ligt een vloer van houten vlonders, bedekt met zand.
Zowel links als rechts ligt een grote zandheuvel. Tegen de linker heuvel ligt een houten trap, zodat je makkelijk de heuvel op kunt lopen.
Verspreid over het toneel staan tientallen grote, houten transportkisten in allerlei formaten: sommige liggen los, andere zijn in stapels van 2, 3 of 4 opgebouwd, als blokkentorens in een kinderkamer.
Linksachter, aan de voet van de heuvel en tussen wat stapels kisten in, bevindt zich een klein muziekgedeelte met verschillende instrumenten. Tussen de kisten en langs de rand van het speelvlak staan enkele theaterlampen op hoge statieven. Er zijn ook een paar smalle, verticale TL-buizen geplaatst in het zand.
Vlak voor het water is een strookje gras, met een heuveltje van aarde.
In het muziekgedeelte staan een piano, een drumstel, een contrabas, gitaren, een banjo, een tuba en een baritonsaxofoon. Naast de drummer zijn er nog twee muzikanten die alle andere instrumenten bespelen. De twee bespelen dus meerdere instrumenten en wisselen af en toe van instrument. Soms lopen ze er ook mee rond. Bij het rondlopen heeft de drummer een trommel aan een touw om zijn nek.
Een van de muzikanten speelt ook de rol van Theo van Doesburg en Marcel Duchamp.
Voor de voorstelling is er een meet & feel inleiding. Je wordt enkele dagen van tevoren door de productie geïnformeerd over de aanvangstijd van de inleiding en andere praktische zaken.
Zodra het tijdstip van de inleiding bekend is, vind je deze onder het kopje Waar en Wanneer op komthetzien.nl/DeRevolutieVanDeRinsemas
De blindentolk van Komt het Zien! is Hilbert.
Wij wensen je een fijne voorstelling.
Een agenda met overzicht van voorstellingen met live audiodescriptie door blindentolken vind je op: komthetzien.nl/agenda
Voor contact met Komt het Zien! stuur je een mail naar: info@komthetzien.nl